Dorp

Centrale ligging in het tweestromenland van Hunze en Fivel op de overgang van het voormalige hoogveengebied van het Centrale Woldgebied met het kleigebied van het Noordelijk Laagland. Deze overgang is herkenbaar in het beloop van de waterwegen en verkavelingspatronen.

Wierden Menkeweer en Onderwierum op kwelderwallen als nog in het landschap herkenbare eerste bewoningsplekken nog voordat Onderdendam ontstaat en tot halverwege de 19e eeuw kerkdorpen gebleven.

Ligging van Onderdendam op de kruising  van waterwegen Boterdiep-Winsumerdiep, Warffumerdiep en Dode en Kromme Kardingermaar die vanaf de 7e eeuw fasegewijs worden aangelegd en/of verbeterd om het Noordelijk Laagland en het Centrale Woldgebied te ontginnen en te blijven gebruiken.

Onderdendam - Uldernadomme - wordt voor het eerst genoemd in 1252 in een Oudfries wetboek als een plek waar de raadsleden- lees rechters- beëdigd werden, en dankt haar bestaan aan de centrale ligging in het systeem van waterwegen en vindt vermoedelijk haar oorsprong door de aanleg van een drempel of dam in het Deelstermaar om de waterafvoer naar de Hunze te reguleren.

Structuur

De oorspronkelijke structuur van Onderdendam wordt bepaald door de (slingerende) waterwegen Boterdiep-Winsumerdiep, Warffumerdiep en Dode en Kromme Kardingermaar met trekwegen en jaagpaden en twee landwegen; de Stadsweg en Warffumerweg. Er is een duidelijke samenhang tussen de naamgeving en de functie van de wegen en paden met uitzondering van het naoorlogse deel van Onderdendam.

Rondom de brug over het Winsumerdiep verdicht zich het patroon van wegen en paden en is sprake van enige kernvorming. De voorloper van deze brug lag vermoedelijk meer westelijk en verbond de Stadsweg met de Rodeweg. Deze mogelijk, oorspronkelijke plek van de brug is niet meer herkenbaar en afleesbaar.

De huidige brug over het Winsumerdiep vormt de belangrijkste plek van het dorp. Ter weerszijden van de brug bevinden zich twee verbrede verkeersruimten waarvan de pleinachtige ruimte voor het waterschapshuis het meest prominent is. Een andere bijzondere plek in het dorp vormt de Nederlands Hervormde kerk aan het Winsumerdiep.

Door het slingerende beloop van de Winsumerdiep in combinatie met de plaatsing van bebouwing, vrij dicht op het water, heeft het gedeelte van Onderdendam aan het water tussen de bruggen over het Winsumerdiep en het Boterdiep een besloten karakter. Het dorpshart wordt hier in feite gevormd door het water.

Binnen de structuur worden op basis van de ruimtelijk historische ontwikkeling maar zeker ook de sociaal maatschappelijk positie van de bewoners van Onderdendam op hoofdlijnen een aantal buurten onderscheiden. Het gaat hier om kernvormige bebouwing rondom de Warffumerweg, bedrijfsmatige bebouwing aan de Winsumerweg, middenstanders aan Uiterdijk, arbeiders aan de Achterweg en notabelen aan de Bedumer- en Middelstumerweg en burgerwoningen aan het Boterdiep. Daarnaast komt aan de Stadsweg (naoorlogse) particuliere bouw voor en is de tussenruimte tussen de Stadsweg en Bedumerweg planmatig ontwikkeld met seriematige bebouwing.

Bekijk hier de Kwaliteitskaart ( -bestand, 2 MB)

Plaatsing bebouwing

De ordening van de bebouwing van Onderdendam is grotendeels op twee waterwegen terug te voeren: het Boterdiep en het Winsumerdiep. Daarnaast zijn er uitlopers langs de landwegen Warffumerweg en de Stadsweg. Van oudsher grenst de bebouwing overwegend aan water en/of landschap.

De bebouwing in de oudste delen van het dorp (1850) staan dicht op de openbare ruimte en ook is de bebouwing dicht op elkaar geplaatst. Tussen Uiterdijk en Achterweg-Bedumerweg komt plaatsing rug-aan-rug voor. Doordat ook de straathoeken zijn bebouwd is het bebouwingsbeeld compact.

Het merendeel van de bebouwing richt zich op het water. Bij de brug over het Winsumerdiep waar het patroon van wegen en paden zich verdicht, staan ook panden aan de wegen naar het water.

De plaatsing van bebouwing ter weerszijden van het Winsumerdiep vormt een contrast. De bebouwing aan de Middelstumerweg grenst met ruime erven met zware boombeplanting aan het water, terwijl de tegenover gelegen bebouwing aan de Uiterdijk dicht op de kade en het water is geplaatst. Aan de westkant van brug doet zich een vergelijkbare situatie voor maar is de bebouwing aan de Winsumerweg vooral bedrijfsmatig van karakter.

Markante reeksen woningen ter weerszijden van het Boterdiep en de westzijde van de Stadsweg met ieder zijn eigen karakter waarbij de bebouwing in de richting van het landschap steeds iets jonger wordt.

Gebouwen

Door de centrale ligging en goede bereikbaarheid over water hebben zich in het dorp door de eeuwen heen diverse bestuursfuncties in Onderdendam gevestigd. Het Waterschapshuis (met viskenij), het Regthuis en het voormalige kantongerecht aan de Bedumerweg zijn hier prominente voorbeelden van. Daarnaast telt het dorp nog tal van gebouwen die verband houden met de watergeschiedenis en de streekfunctie van het dorp zoals herbergen, schippersbeurzen en schipperswoningen.

De historische kern en uitvalsroutes bestaan voornamelijk uit vrijstaande bebouwing in 1 bouwlaag met een schild- of zadelkap. Belangrijke functies in de kern zoals herbergen en bestuursfuncties wijken in maat en schaal af van het algemene beeld en bestaan uit 2 bouwlagen met een kap.

Woningen zijn veelal van het dwarshuistype in verschillende formaten, incidenteel komt ook villabebouwing voor. Jongere bebouwing langs uitvalswegen bestaat vooral uit burgerwoningen.

Molen “Hunsingo” vormt vanuit de omgeving een belangrijk herkenningspunt. De Nederlands Hervormde kerk aan het Winsumerdiep en de Gereformeerde kerk aan het Boterdiep nemen in het dorpssilhouet een minder prominente plaats in.

In de planmatige uitbreidingsbuurt komen reeksen van seriematige rijwoningen in 1-2 bouwlagen met een kap voor. Een bijzonder ensemble wordt gevormd door de voormalige basisschool “De Haven” met schoolmeesterwoning.

Inrichting

Waterlopen hebben over het algemeen een groene oever. Ter plaatse van de Uiterdijk komen juist stenige kades voor. Tussen “Vaartzicht” en molen “Hunsingo” zijn deze kademuren nog uitgevoerd met typisch Groninger wulfsmuren en kubbestijlen. Daarnaast zijn er nog kades bij de monding van de Dode of Kromme Kardingermaar, in de omgeving Hotel “de Roo” en de voormalige schutsluis van Menkeweer. En er wordt nu een kade aangelegd aan de zuidkant van het Boterdiep richting Fraamklap.

Kenmerkende water gerelateerde objecten in de inrichting zoals (draai)bruggen, rolpalen en nog herkenbare restanten van de schutsluis van Menkeweer en de Bedumer Buitenzijl.

Dorp

  1. Behoud en versterk de ruimtelijk historische structuren in het dorp met bebouwing en bestaande inheemse boombeplanting.
     
  2. Zorg er bij ontwikkelingen voor dat de verschillende buurtjes in Onderdendam met hun kenmerkende verschillen in onder andere dichtheid, plaatsing, orientatie, maat en schaal en detaillering herkenbaar en afleesbaar blijven.
     
  3. Houd mede in het kader van de klimaatadaptatie het groene, onverharde en waterrijke karakter van zowel de openbare ruimte als de erven in het dorp in takt.
     
  4. Speel in op het groeiende water- en cultuurtoerisme onder andere door het opknappen en moderniseren van de jachthaven en versterk de relatie van de haven met het dorp en het naastgelegen dorpsbos.
     
  5. Verken de mogelijkheden om met varend erfgoed op daarvoor geschikte plekken in het dorp de leesbaarheid van de watergeschiedenis en de diversiteit van de woningvoorraad te vergroten of kleinschalige erfgoedlogies te realiseren.
     
  6. Maak de viskenij bij het waterschapshuis weer herkenbaar en afleesbaar door opschot te verwijderen.
     
  7. Verzacht het contrast tussen het woonkarakter aan de noordzijde van de Achterweg en het bedrijfskarakter aan de zuidzijde van de Achterweg, bijvoorbeeld door een groene begeleiding aan de zuidkant van de weg.
     
  8. Voorkom storende gaten door nieuwbouw te plegen in de rooilijn, maat en schaal en architectuur passend bij de plek in het dorp of richt de vrijkomende ruimte (tijdelijk) groen in.
     
  9. Initiatieven op het vlak van duurzame energie ontzien aanwezige waarden op het vlak van watererfgoed en zijn qua maat en schaal passend bij het dorpse karakter.
     
  10. Behoud watergerelateerde panden in al hun verscheidenheid zodat de watergeschiedenis afleesbaar blijft. Zet bij kleinschalige bebouwing in op samenvoegen in plaats van sloop met vervangende nieuwbouw.
     
  11. Zorg er bij sloop met vervangende nieuwbouw voor dat de nieuwbouw passend is in de omgeving, het woningaanbod wordt gedifferentieerd en dat  - in geval van erfgoed waarden - de verloren gegane waarden ruimschoots worden gecompenseerd met de nieuwbouw.
     
  12. Koester watergerelateerde objecten in de inrichting zoals (draai)bruggen, rolpalen en nog herkenbare restanten van de schutsluis van Menkeweer en de Bedumer Buitenzijl.